| |
 | Orde | : | Eendvogels (Anseriformes) |  | Familie | : | Eenden (Anatidae) |  | Lengte | : | 68 tot 78 cm |  | Geluid | : | Er is geen geluidsfragment beschikbaar |  | Biotoop | : | |  | Periode | : | |  | Aantal broedparen | : | Ongeveer 100 |  | Bijzonderheden | : | De indische gans komt van oorsprong niet in Nederland voor | |
|
Kenmerken | Het verenkleed is voornamelijk lichtgrijs van kleur |  |
De kop is wit, met twee zwarte strepen op het achterhoofd |  |
Het wit van de kop loopt in een streep door over de zijkant van de nek |  |
De snavel en de poten zijn geel |
| | |  |
Omschrijving
Het opvallende verenkleed van de Indische gans maakt de vogel makkelijk herkenbaar. Het verenkleed is licht van kleur, iets wat met name in de vlucht opvalt. De kop is voornamelijk wit met op het achterhoofd een tweetal zwarte strepen. De snavel is kort en geel, met een zwarte punt.
Het oorspronkelijke verspreidingsgebied van de Indische gans beperkt zich tot de hoogvlakten van Mongolië en China. In Nederland wordt de vogel in gevangenschap gehouden. Ontsnapte of losgelaten exemplaren hebben zich in het wild weten te handhaven. In 1977 broedde de vogel voor het eerst ook in Nederland. Momenteel zijn er jaarlijks ongeveer 100 broedparen, maar dit aantal lijkt snel toe te nemen.
|