| |
 | Orde | : | Duifachtigen (Columbiformes) |  | Familie | : | Duiven (Columbidae) |  | Lengte | : | 31 tot 34 cm |  | Geluid | : | |  | Biotoop | : | |  | Periode | : | |  | Aantal broedparen | : | 50.000 tot 100.000 |  | Toename of afname | : | Constant | |
|
Kenmerken | Het verenkleed is licht grijsbruin van kleur |  |
De onderzijde is lichter gekleurd dan de bovenzijde |  |
Er is een smalle, zwartgekleurde en met wit omgeven halsband aanwezig |  |
De onderkant van de staart is zwart met een brede witte eindband |
| | |  |
Omschrijving
De Turkse tortel is door het lichtbruine verenkleed met de zwarte streep in de nek een goed herkenbare vogel. In de vlucht is de vogel te herkennen aan de relatief lange staart met de brede zwarte eindband. In Bovendien is in de vlucht het geruis van de vleugelslagen te horen. In de baltsvlucht worden enkele snelle vleugelslagen gevolgd door een korte glijpauze.
De Turkse tortel maakt een slordig nest van kleine takjes in een boom. De vogel komt oorspronkelijk uit India en broedt pas sinds 1947 in Nederland. Sindsdien heeft de vogel zich sterk uitgebreid, zodat momenteel in Nederland ieder jaar tussen de 50.000 en 100.000 paren in Nederland broeden.
|