| |
 | Orde | : | Pleviervogels (Charadriiformes) |  | Familie | : | Sterns (Sternidae) |  | Lengte | : | 48 tot 55 cm |  | Geluid | : | |  | Biotoop | : | |  | Periode | : | |  | Aantal broedparen | : | Geen | |
|
Kenmerken | De bovenzijde is lichtgrijs van kleur |  |
De onderzijde is wit |  |
Er is een zwarte kopkap aanwezig |  |
De snavel is fors en rood van kleur |  |
De poten zijn zwart van kleur |
| | |  |
Omschrijving
De reuzenstern komt qua formaat overeen met een zilvermeeuw, en is daarmee de grootste Europese stern. Naast het formaat is de reuzenstern ook van andere sterns te onderscheiden door de combinatie van een rode snavel en zwarte poten. In de winter is de kopkap minder donker gekleurd, maar nog steeds duidelijk aanwezig. Juveniele vogels hebben een donkere rugtekening. In de vlucht vallen de lange, enigszins hoekige vleugels op, met handpennen die aan de onderkant donker zijn.
De reuzenstern broedt in grote kolonies in het kustgebied van de Oostzee. Voedsel zoeken doet de vogel in zoet of brak water. De reuzenstern overwinterd in het Middellandse-Zeegebied en West-Afrika. Tijdens de trek doen kleine aantallen vogels Nederland aan, waarbij ze vooral rondom het IJsselmeer aan te treffen zijn.
|