| |
 | Orde | : | Eendvogels (Anseriformes) |  | Familie | : | Eenden (Anatidae) |  | Lengte | : | 46 tot 56 cm |  | Geluid | : | |  | Biotoop | : | |  | Periode | : | |  | Aantal broedparen | : | Ongeveer 10.000 |  | Toename of afname | : | Sterke toename | |
|
Kenmerken | In het zomerkleed is het mannetje grijsbruin met een fijne donkere tekening |  |
Het vrouwtje is grijsbruin met donkere vlekken |  |
Er is een witte vleugelspiegel aanwezig |  |
De snavel van het vrouwtje heeft een oranje rand |  |
In het winterkleed lijkt het mannetje op het vrouwtje |
| | |  |
Omschrijving
Het vrouwtje van de krakeend lijkt sterk op het vrouwtje van de wilde eend, maar heeft een oranje rand langs de donkere snavel. Het mannetje heeft in het zomerkleed een zeer fijne donkere tekening op een verder grijsbruine ondergrond. In het najaar verdwijnt het prachtkleed van het mannetje om voor een korte periode plaats te maken voor een zogenaamd eclipskleed, dat lijkt op het verenkleed van het vrouwtje.
De krakeend broedt in verschillende moerasgebieden in Europa, waaronder in Nederland. De vogels overwinteren in West-Europa, zodat het aantal krakeenden in Nederland in de winter groter is dan in de zomer. Het aantal krakeenden heeft een piek in de periodes van trek, doordat ook veel krakeenden Nederland alleen als doortrekker passeren.
|