| |
 | Orde | : | Zangvogels (Passeriformes) |  | Familie | : | Vinken (Fringillidae) |  | Lengte | : | 11 tot 12 cm |  | Geluid | : | |  | Biotoop | : | |  | Periode | : | |  | Aantal broedparen | : | Minder dan 500 |  | Bijzonderheden | : | De Europese kanarie staat op de rode lijst. | |
|
Kenmerken | De bovenzijde is geel-groen van kleur |  |
De kop en de borst van het mannetje zijn gedeeltelijk helder geel van kleur |  |
De stuit is geel |  |
Het verenkleed is donker gestreept |  |
De snavel is kort en dik |  |
Het vrouwtje is minder helder gekleurd dan het mannetje |
| | |  |
Omschrijving
De Europese kanarie lijkt in kleur en bouw erg op de sijs, maar is duidelijk te onderscheiden door de veel kortere snavel. Net als bij de sijs heeft het verenkleed verschillende gele en groene tinten en is de onderzijde getekend met donkere strepen. De vogel is goed te herkennen aan het geluid. De roep klinkt als girlit en de zang bestaat uit een reeks zeer korte klanken.
Hoewel de vogel in grote delen van Europa voorkomt, zijn dit vrijwel altijd kleine aantallen. Pas sinds 1992 broedt de Europese kanarie ook in Nederland, maar tegenwoordig broeden jaarlijks enkele honderden paren in Nederland. In de winter trekken de meeste vogels naar het zuiden, maar er zijn ook vogels die in Nederland achter blijven.
|