| |
 | Orde | : | Zangvogels (Passeriformes) |  | Familie | : | Leeuweriken (Alaudidae) |  | Lengte | : | 16 tot 18 cm |  | Geluid | : | |  | Biotoop | : | |  | Periode | : | |  | Aantal broedparen | : | Ongeveer 50.000 |  | Toename of afname | : | Lichte afname |  | Bijzonderheden | : | De veldleeuwerik staat op de rode lijst. | |
|
Kenmerken | Het verenkleed is onopvallend grijsbruin gevlekt |  |
De kop en de borst zijn donkerbruin gevlekt |  |
De staart is vrij lang met een witte zoom |  |
Er is een korte kuif aanwezig die niet altijd zichtbaar is |
| | |  |
Omschrijving
De veldleeuwerik is een onopvallend gekleurde vogel, maar is makkelijk te herkennen aan de zang en de manier van vliegen. De vogel stijgt al zingend op tot grote hoogte, blijft dan cirkelend rondvliegen, om vervolgens weer naar beneden te vliegen, waarbij de laatste meters met gesloten vleugels vallend afgelegd worden. Ook in de vlucht worden de vleugels telkens even gesloten waardoor een typerende vlucht ontstaat. In de vlucht valt ook de witte achterrand van de vleugels op.
De veldleeuwerik was vroeger een van de meest algemene broedvogels van Nederland. Hoewel de vogel plaatselijk nog zeer talrijk is, is de veldleeuwerik de laatste decennia sterk achteruit gegaan.
De veldleeuwerik trekt in oktober en november massaal weg, en keert rond februari of maart weer terug. Een klein aantal vogels blijft echter ook overwinteren.
|