| |
 | Orde | : | Stormvogelachtigen (Procellariiformes) |  | Familie | : | Stormvogels (Procellariidae) |  | Lengte | : | 43 tot 52 cm |  | Geluid | : | |  | Biotoop | : | |  | Periode | : | |  | Aantal broedparen | : | Geen | |
|
Kenmerken | Het verenkleed is wit van kleur |  |
De rug en de vleugels zijn grijs |  |
De snavel is kort en dik |  |
De neusgaten gaan over in twee korte buisjes die over de snavel lopen |
| | |  |
Omschrijving
In de vlucht lijken noordse stormvogels op meeuwen, maar het lichaam is meer gedrongen, terwijl de vleugels langer en smaller zijn. De neusgaten zetten zich voort in twee buisjes die over de snavel lopen. Noordse stormvogels eten bij voorkeur aas en zijn dan ook regelmatig in de buurt van vissersschepen te vinden.
Noordse stormvogels zijn echte zeevogels die alleen aan land komen om te broeden. De jonge vogels worden gevoed met een op traan lijkende vloeistof die afkomstig is uit de maag van de ouders. De stormvogels gebruiken deze vloeistof ook om vijanden ermee te besproeien. Met name in de winter komt de noordse stormvogel in kleine aantallen naar de Nederlandse kust, hoewel soms ook sprake is van een korte invasie van enkele duizenden vogels.
|