| |
 | Orde | : | Roofvogels (Falconiformes) |  | Familie | : | Sperwers (Accipitridae) |  | Lengte | : | 46 tot 58 cm |  | Geluid | : | |  | Spanwijdte | : | 110 tot 130 cm |  | Biotoop | : | |  | Periode | : | |  | Aantal broedparen | : | Ruim 10.000 |  | Toename of afname | : | Lichte toename | |
|
Kenmerken | De kleur van het verenkleed is variabel maar voornamelijk bruin en wit |  |
De bovenzijde is donkerder dan de onderzijde |  |
Op de staart bevinden zich donkere dwarsbanden |  |
De snavel is zwart met een gele waslaag over de snavelbasis |
| | |  |
Omschrijving
De buizerd heeft een zeer variabel gekleurd verenkleed, dat meestal bruin is met kleine, witte vlekken. Er zijn echter ook vogels met een verenkleed dat vrijwel geheel wit is. In de vlucht is de buizerd te herkennen aan de brede, hoekige vleugels, de korte hals en de gespreide, korte staart. In de vlucht laat de buizerd regelmatig een luide miauwende roep horen.
De buizerd is de meest voorkomende roofvogel van Nederland. Op warme dagen is de buizerd vaak hoog in de lucht te zien, waar de vogel in cirkels op de opstijgende warme lucht zweeft. Als het weer hiervoor niet geschikt is, dan jaagt de vogel zittend vanaf een hoge uitkijkpost. Het voedsel bestaat voornamelijk uit muizen, konijnen en andere kleine dieren. Buizerds worden vaak gezien in de buurt van autowegen, waar de vogels speuren naar dieren die het slachtoffer zijn geworden van het verkeer.
|